24
Louis Joseph Wacquez, geboren op 08-06-1783 in
Blicquy (B).
Hij is gedoopt op 09-06-1783 in
Blicquy (B). Bij de doop van Louis was de volgende getuige aanwezig:
Louis Joseph Delcour.
Notitie bij de geboorte van Louis: Uit het doopregister van Blicquy (destijds Blicqui):
L’an mil sept cent quatrevingt trois, le neuf de juin acté baptisté Louis Joseph Wacquez ne dans cette paroisse le jour precedent a midi fils de Pierre Joseph, chirurgien á Blicqui et de Marie Angelique Depours, son epouse legitime demeurant aussi dans cette paroisse. Le parrain, Louis Joseph Delcour de la paroisse de Wambecq, cousin germain du Baptisé, Chirurgien au dit Lieu, la marainne, Marie Constance Coupé de cette paroisse, le pere absent, le dit marraine ouvriere.
Het jaar zeventienhonderddrieëntachtig, negen juni is gedoopt geworden Louis Joseph Wacquez, geboren in deze parochie op de voorgaande dag in de middag, zoon van Pierre Joseph, chirurgijn in Blicqui en van Marie Angelique Depours, zijn wettige vrouw, ook woonachtig in deze parochie. De peetvader, Louis Joseph Delcour van de parochie van Wambecq, volle neef van de dopeling, chirurgijn in genoemde plaats, de peetmoeder Marie Constance Coupé van deze parochie, de vader is afwezig, genoemde peetmoeder is arbeidster.
w.g. Louis Joseph Delcourt, Marie Constance Coupé en R. Staumont priester van Blicquy en Moulbais
Louis is overleden op 08-12-1854 in
Rijsenburg, 71 jaar oud.
Notitie bij Louis: BLICQUY (Henegouwen)
Blicquy is gelegen aan de chaussée de Brunehault, die het dorp doorkruist van zuid naar noord, op 10 km ten zuidwesten van Ath, op 10 km ½ ten westen van Chièvres, op 7 km van Leuze en op 28 km ten noordwesten van Mons.
Blicquy ligt op 52 meter hoogte aan de drempel van de kerk.
Blicquy ligt tegenwoordig in de Belgische gemeente Leuze-en-Hainaut in Henegouwen (Frans: Hainaut, Waals: Hinnot), een provincie in het zuidwesten van België.
Het grootste deel van het huidige Henegouwen ligt op het grondgebied van het vroegere graafschap Henegouwen.
Oppervlakte: 911 ha waarvan meer dan één derde bebost is.
Bevolking:
. in 1486: 350 inwoners
. in 1539: 550
. in 1794: 700
. in 1836: 1.827
. in 1846: 1.925
. in 1866: 1.497
. in 1886: 1.613
. in 1910: 1.193
. in 1930: 978
. in 1961: 846
. in 1970: 780
. in 1976: 732
. in 2000: 721
. in 2004: 712
. in 2008: 741
De bodem is vrij regelmatig en kleiachtig. Sedert mensenheugenis heeft de gemeente een agrarisch karakter.
De gemeente wordt bevloeid door de ‘Secours de la Dendre’, die ontspringt in Aubechies en ongeveer 5 km door Blicquy stroomt.
Blicquy, gelegen aan de bron van de ‘Petite Dendre’, kende een grote bloei tussen ongeveer 50 en 150 na Chr., en leefde vooral van de handel en de vervaardiging van aardewerk, gekend om zijn uitzonderlijke techniek.
Sedert 1958 hebben de opgravingen één van de interessantste complexen aan het licht gebracht uit de Romeinse tijd.
Vanaf de XIe eeuw werd het kasteel van de heerlijkheid opeenvolgend bewoond door het huis van Blicquy, Lysacq, Crécy, Hennin-Liétart, la Bastide en du Roy de Blicquy.
De naam Blicquy vindt men in oorsprong terug onder verschillende vormen:
. BELCHI (1084 – Charter van Boudewijn II)
. BILCHI (1101 – Charter van Manassès)
. BELCHI (1108 – Charter van Buchard, Bisschop van Cambrai)
. BLIKI (1262 – onder Paus Urbanus II)
. BLICQUIE (1663 – onder het gewoonterecht van Valenciennes)
. BLIQUY (1691 – op de kaart van de Ridder van Beauraing over de slag om Leuze)
. BLIQUY (1745 – op de kaart van de zetel van Ath)
ATH / AAT
De stad Aat werd in 1166 gesticht en groeide weldra uit tot een belangrijk regionaal centrum, waarvan de bloei en de uitstraling voortduurde tot het einde van de 16e eeuw.
Graaf Boudewijn IV van Henegouwen liet in de moerassige samenloop van de Oostelijke en de Westelijke Dender een vestingtoren (castrum) bouwen, die er nog steeds bestaat. Aan de voet van deze beschermende vesting stichtte hij ook een nieuwe stad, waaraan hij een aantal privileges toekende met de bedoeling bewoners aan te trekken.
Aat aan de Dender was in de late 17e eeuw en eerste helft van de 18e eeuw een van de vestingsteden die deel uitmaakten van de Nederlandse vestingsbarrière in de Zuidelijke Nederlanden.
Onder het Franse bewind kwam de stedelijke economie echter langzaam tot verval. Aat werd een tweede maal door de Fransen verwoest in 1745, en vervolgens onder koning Willem I opnieuw hersteld, zodat de stad in de 19e eeuw weer kon opbloeien, door de vestiging van nieuwe industrieën, onder meer meubelmakerijen en de ontginning van steengroeven in de buurt (Maffle). Twee wereldoorlogen maakten alweer een einde aan deze welvaart.
bron: Wikipedia
Beroepen:
1812
| |
Kousenmaker |
| |
1820
| |
Baardscheerder (Baertscheerder In hedendaagse taal: een barbier.
Een beroep, dat in het verleden meestal samenging met dat van chirurgijn (zie aldaar). Als voorbeeld hiervan noemen wij mr. Pieter Jansz., die in Amsterdam barbier en chirurgijn was. Over hem is bekend, dat hij 1 juli 1586 een huis kocht in de Oude Brugsteeg1). Als herkenningsteken van hun beroep, hadden de baardscheerders een ronde paal in de kleuren rood, wit en blauw aan de gevel staan. Van oudsher werd deze paal een vlaggestok genoemd, later bekend als barbierspaal. "De vlaggestok van ouds het onderscheidingsteeken van zulke barbiers of chirurgijns (vroeger woorden van eene beteekenis), die als heelmeesters gevaren hadden. Later werd echter het uitsteken van de vlaggestok aan barbierwinkels algemeen" 2).
1) Dillen 102. 2) v Lennep en TG I,pag.409/410 www.onserfgoed.com) |
| |
Rechtspraak:
13-10-1812
| |
Louis’ moeder geeft toestemming voor het huwelijk:
Voor ons Louis Joseph Constenoble en onze collega keizerlijke notarissen woonachtig in de stad Lille, derde district Afdeling Noord , Ondergetekenden, is verschenen Marie Angelique Depours, weduwe van de heer Pierre Joseph Wacquez, naaister wonende in Lille, Rue Ste. Catherine nummer zesenveertig, met de heer Lartisien, haar schoonzoon.
De comparante heeft verklaard toe te staan dat de heer Louis Joseph Wacquer, haar zoon, kousenfabrikant van beroep, wonend in Driebergen bij Utrecht een huwelijk aangaat met wie hij geschikt zal vinden, machtigend de drager dezes uit haar naam het huwelijkscontract bij te wonen, haar te vertegenwoordigen voor alle openbare ambtenaren, deze toestemming te herhalen, alle registers te tekenen en alle benodigde formaliteiten te vervullen.
Gedaan en gepasseerd te Lille, op de dertiende oktober achttienhonderd twaalf, en na voorlezing heeft de comparante samen met de voornoemde notarissen ondertekend.
Geregistreerd in Lille de dertiende oktober 1812 op folio 176 recto vak 9 Ontvangen een Franc tien Centimes leges inbegrepen.
De president van de eerste aanleg van het tribunaal in Lille Noord verklaart aan wie het betreft dat de heren Lardinois en Constenoble die het voorgaande hebben ondertekend de juiste personen zijn.
Lille dertien oktober achttienhonderdtwaalf |
| |
Hij trouwde, 30 jaar oud, op 11-08-1813 in
Zeist met de 22-jarige Geertruijda Maria (Geertruij) Lensink. Louis en Geertruij gingen op 05-04-1813 in
Zeist in ondertrouw.
Notitie bij het huwelijk van Louis en Geertruij:
Louis’ moeder geeft toestemming via een notariële akte gepasseerd te Lille op 13-10-1812.