Confectienaaister |
van 1946 tot 1954 | Machinist op de grote vaart | |||
vanaf 1954 | Bankwerker |
vanaf 1909 | Matroos bottelier bij de Koninklijke Marine (De Bottelier is bij de Koninklijke Marine de schepeling belast met de inkoop, voorbereiding en verantwoording van: levensmiddelen, rookwaren, dranken en kleding. Door een zorgvuldige planning kan hij er voor zorgdragen dat de schepen van de Koninklijke Marine weken zelfs maandenlang van huis kunnen zijn zonder te hoeven bijladen.) | |||
van na 1919 | Sergeant bottelier bij de Koninklijke Marine (Volgens BR in 1919 nog als matroos naar H.M. Atjeh, in 1928 bij toekenning zilveren medaille sergeant.) |
20-08-1917 | Bronzen medaille voor (12 jaar) eerlijke en trouwe dienst (1917 12 jr trouwe dienst ... dus ca 1905 in dienst 1928 24 jr trouwe dienst ... dus ca 1904 in dienst in 1904 was hij pas 12 jaar oud op het uittreksel van de BS staat bovenaan "voor den dienst" en onderaan 4 januari 1909 hij is waarschijnlijk in 1909 (17 jaar oud) in dienst gegaan - 4 jaar "in de tropen" die dubbel tellen.) |
|||
30-08-1928 | Zilveren medaille voor (24 jaar) eerlijke en trouwe dienst |
Sjouwer (bij geboorte kinderen 1895, 1898) | ||||
Los werkman (bij geboorte kinderen 1901, 1903, 1906, 1909) |
vanaf 1844 | Warmoezier (Warmoezier: tuinder, die moeskruiden teelt en verkoopt) | |||
vanaf 1857 | Fabriekswerker | |||
vanaf 1858 | Katoendrukker |
1819 | Katoendrukker (bij huwelijk (1819) Katoendrukker Katoenbedrukken gebeurde oorspronkelijk met de hand, door middel van drukblokken van o.a. peren- en lindenhout, waarin het patroon was uitgesneden. De druktafels werden met enkele lagen stof bedekt als ondergrond voor het drukken. Op elke tafel werd maar één kleur gedrukt. De plaats waar de volgende kleur moest komen werd aangegeven met behulp van paspennen. Het blok werd bevochtigd met ’beits’, op het katoenen weefsel gezet en met een hamer aangeslagen. Hierna werd het doek naar de volgende drukker doorgeschoven door een aan de drukker toegevoegde hulpkracht. www.onserfgoed.com) |
|||
1825 | Metselaar (bij geboorte dochter (1825)) |
19-10-1749 | doop Marten le Roy (1749-1804) | [grootmoeder vaderszijde] | ||||
25-02-1751 | doop Geertruij le Roy (geb. 1751) | [grootmoeder vaderszijde] | ||||
25-02-1753 | doop Samuel le Roy (1753-1807) [zie 32] | [grootmoeder vaderszijde] | ||||
05-01-1755 | doop Jannetje le Roy (geb. 1755) | [grootmoeder vaderszijde] |
Borduurwerker (Borduurder Een ware kunstenaar op zijn vakgebied. Een borduurder, ook wel "borduerwereker" of "borduerder" genoemd, moest "veel stuckskens ende draetkens van verscheydene verwen konstelick ende aerdighlick aen malkanderen voeghen, alsoo datter een schoon beelt, ofte ander fraey werek van komt". M.a.w. borduren is een kunst waarbij met behulp van naald en draad versiering op het oppervlak van een stuk geweven stof (de ’grond’) wordt aangebracht. Het vormt dus geen geïntegreerd deel van het weefproces zelf. In het middeleeuwse borduurwerk werden ook parels, cameeën,halfedelstenen, edelstenen en motieven van zuiver goud toe. Enerzijds werd borduurwerk beoefend als liefhebberij, anderzijds werd het beroepsmatig gedaan, in eerste instantie ten behoeve van de rijkende heersende klasse zoals vorsten, andere aristocratie en (hogere) geestelijken. Later zorgde de toenemende rijkdom van de kooplieden voor een nieuwe markt. Een borduurder was onderworpen aan verschillende gildeverordeningen. Zo mochten bijvoorbeeld de borduurwerkers in Utrecht in 1609 "nyet en sullen maken eenige vendels noch oock sticken eenige borst- ofte hemtrocken, dan die alleenlick mogen bordueren, maer dat die by een snyder gesneden syn". In Middelburg woonde omstreeks diezelfde tijd de borduurwerker Pieter van der Heijden 1). Aardig boekje is Kay Staniland, Borduurders uit de serie middeleeuwse ambachtslieden, Kampen, Turnhout 1992. www.onserfgoed.com 1) Jb. CBG 1956, pag. 127) |
Trijpwerker (Trijp is een fluweelachtige uit wol vervaardigde stof met opstaande pool die vooral voor de bekleding van stoelen wordt gebruikt. Men kon er echter ook kleden van maken, terwijl zelfs kleding van trijp werd gemaakt. Er zijn ware kunstwerken van dit materiaal vervaardigd. [bron: wikipedia]) |
30-08-1648 | doop Charle de Roij (geb. 1648) | [grootvader vaderszijde] |